2. De eerste Blauwe Wimpels

De Britse admiraliteit sloot in 1840 een contract af met Cunard Line voor het postvervoer per stoomschip naar Amerika. Op 4 juli 1840 begon de BRITANNIA aan haar dienst op Amerika. Met een reis van 12 dagen heen en 10 terug was zij het snelste transatlantische schip.


Omdat de tot dan gebruikte schepraderen zo kwetsbaar en inefficient waren, werd er ijverig gezocht naar een alternatief. Josef Ressel had al een primitieve schroef op zijn schip CIVETTA in 1829 en de Zweed John Ericsson kreeg in 1836 een patent op zijn ontwerp.

De GREAT BRITAIN, gebouwd in Bristol in 1843, was het eerste schroefstoomschip dat de Atlantische Oceaan overstak. Ze voer tot 1866 en werd tot 1933 als drijvende opslagplaats gebruikt. Daarna lag ze jarenlang als wrak bij de Falkland eilanden. Sinds 1970 ligt ze als museumschip in hetzelfde dok als waar zij gebouwd werd.

De maatschappijen die een lijndienst over de oceaan onderhielden voerden een heftige strijd om het vervoer van passagiers en post. Ieder probeerde zo snel mogelijke schepen in de vaart te krijgen. Op een gegeven moment was het gebruikelijk dat het schip dat tot dan toe de snelste overtocht had gemaakt een blauwe wimpel mocht voeren. De SCOTIA, in 1861 gebouwd, was het laatste Atlantische raderstoomschip. Ze voerde de Blauwe Wimpel van 1862 tot 1876. Toen werd zij verbouwd tot dubbelschroefsschip en deed tot 1904 dienst als kabellegger.

In 1893 kwam de CAMPANIA van de Cunard Line in het bezit van de Blauwe Wimpel. In 1914 werd zij verbouwd tot vliegkampschip. Haar zusterschip, de LUCANIA, nam al in 1894 de Blauwe Wimpel van haar over.


Naar vorige pagina Naar inhoudspagina Naar volgende pagina