4. Steeds groter en sneller

Nadat de Blauwe Wimpel 22 jaar lang in handen van de MAURETANIA was geweest, slaagde de BREMEN er op haar eerste reis in 1929 in de trofee te veroveren. Ze voer van Cherbourg naar New York in 4 dagen 17 uur en 42 minuten, dat is een gemiddelde snelheid van 27.9 knopen of ruim 51 kilometer per uur.

De EUROPA, die gelijk met de BREMEN op stapel was gezet, werd na de oorlog aan Frankrijk gegeven en voer nog tot 1961 als LIBERTÉ voor de Compagnie Générale Transatlantique.

In het begin van de dertiger jaren liet de United States Lines twee nieuwe schepen bouwen. De WASHINGTON en haar zusterschip MANHATTAN voeren van New York op Hamburg. Na een periode als troepenschip voeren ze nog enige tijd in de passagiersdienst tot ze beide in 1964 gesloopt werden.

In 1935 kwam de Blauwe Wimpel met de NORMANDIE handen van de Franse Compagnie Générale Transatlantique. Al op haar eerste reis van Le Havre naar New York brak ze alle records door in 4 dagen, 3 uur en 14 minuten de afstand tussen Bishop Rock in Engeland en Ambrose Channel Lightship bij New York af te leggen.

Na het uitbreken van de 2e wereldoorlog werd de NORMANDIE in New York opgelegd. Tijdens ombouw tot troepenschip voor de Amerikaanse regering in 1942 brandde ze uit en zonk. Herstel bleek niet lonend zodat ze uiteindelijk in 1946 gesloopt werd.

Niet alleen vanuit West-Europa waren maatschappijen actief. Vanuit Polen voer de Gdynia-America Line met de zusterschepen BATORY en de PILSUDSKY via Kopenhagen en Halifax in Canada op New York.

In 1938 nam de QUEEN MARY de Blauwe Wimpel over van de NORMANDIE. Na in de oorlog als troepenschip te hebben gevaren kwam ze in 1947 weer op haar oude route terug. In 1952 moest ze de Blauwe Wimpel afstaan aan de UNITED STATES. Haar laatste transatlantische passagiersreis maakte ze in 1967.

Na nog enkele cruise gemaakt te hebben, vertrok ze naar Long Beach in Californië, waar ze nog steeds ligt als drijvend hotel en scheepvaartmuseum.

Naar vorige pagina Naar inhoudspagina Naar volgende pagina