6. Nederlandse schepen in de transatlantische passagiersvaart

Vanuit Nederland voer de Holland-Amerika Lijn op Amerika, al behaalde geen van haar schepen de Blauwe Wimpel. De W.A. SCHOLTEN was in 1874 een van de eerste schepen. Er konden slechts 42 passagiers mee. Zeilen waren nog prominent aanwezig.


De maatschappij was in 1874 opgericht als Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, de NASM. Deze voor buitenlanders onuitspreekbare naam werd al snel vervangen door Holland-Amerika Lijn. Toch bleef ze de aanduiding NASM gebruiken.

Op een bewolkte dag ergens in de dertiger jaren liggen aan de Rotterdamse Wilhelminakade links de ROTTERDAM (1908) en de VEENDAM of VOLENDAM (1923) en rechts, met 3 schoorstenen, de STATENDAM te wachten op een nieuwe reis naar New York.

De NIEUW AMSTERDAM werd in 1938 bij de Rotterdamse Droogdok Mij gebouwd. Dankzij een flinke subsidie van de Nederlandse regering in het kader van de werkeloosheidsbestrijding kon de opdracht in Nederland blijven, ondanks dat buitenlandse werven goedkoper waren.

Ze overleefde de oorlog zonder noemenswaardige schade. Haar hoge snelheid, 21 knopen, was een goede verdediging tegen duikbootaanvallen. In oktober 1947 kwam ze weer in de transatlantische vaart, tot ze in 1971 in de cruisevaart terechtkwam. In 1974 werd het uitermate populaire schip in Taiwan gesloopt.



De ROTTERDAM is het grootste passagiersschip dat ooit in Nederland is gebouwd. Tot 1973 voer ze op New York, daarna in de cruisevaart. Na het in dienst nemen van de nieuwe (6e) ROTTERDAM eind 1997 voer ze als REMBRANDT voor Premier Cruises, die echter in 2000 failliet ging. Teneinde het schip van de sloop te redden werd de Stichting Behoud Stoomschip Rotterdam opgericht. Na veel problemen slaagde de stichting er in het schip naar Rotterdam terug te halen. Sinds 2010 is het schip open voor het publiek, zie de website van de ROTTERDAM.


Naar vorige pagina Naar inhoudspagina Naar volgende pagina